Als je een nieuwe baan hebt, houd je het pensioen dat je al hebt opgebouwd bij het pensioenfonds van je vorige werkgever. Je hebt de keuze om het pensioenpotje daar te laten staan, of je kunt het overzetten naar je nieuwe pensioenfonds. Dat heet ook waardeoverdracht. We kijken in dit artikel wanneer dat slim is om te doen.

Waardeoverdracht is de laatste tijd weer een actuele optie geworden, omdat veel pensioenfondsen hun beleidsdekkingsgraden afgelopen jaar hebben zien stijgen tot boven de 100 procent. Dat wil zeggen dat het pensioenfonds voor elke euro aan uitkeringsverplichtingen meer dan 1 euro aan bezittingen heeft (bij 100 procent is deze verhouding precies gelijk).

Dit is belangrijk omdat je oude pensioenfonds minimaal over 12 maanden gerekend een beleidsdekkingsgraad van 100 procent moet hebben om waardeoverdracht mogelijk te maken. Dat staat in de wetgeving.

Hoe jouw pensioenfonds ervoor staat kun je nagaan bij het recente overzicht van de Pensioenfederatie. De financiële positie van veel pensioenfondsen is mede dankzij de gestegen rente recent verbeterd, aldus de woordvoerder van Pensioenfederatie.

Het goede nieuws is dus dat waardeoverdracht voor veel mensen weer mogelijk is. Maar wanneer moet je van die optie gebruik maken? We namen met hoogleraar Theo Nijman van Tilburg University en pensioendenktank Netspar een aantal overwegingen door om rekening mee te houden.

Financiële positie van het pensioenfonds

De financiële positie van een pensioenfonds is een van de belangrijkste overwegingen om over te stappen, aldus Nijman. "Als je kunt overstappen naar een fonds met een hogere dekkingsgraad, zou ik dat bijna altijd doen."

Hoeveel geld een pensioenfonds in kas heeft, bepaalt namelijk of je pensioen geïndexeerd wordt, oftewel mag meegroeien met de lonen en inflatie, of dat er een risico is op kortingen, waarbij je in de toekomst minder pensioen krijgt.

Informatie over de financiële positie van een ander pensioenfonds kun je opvragen en vergelijken met hoe je huidige pensioenfonds ervoor staat.

De financiële positie van je pensioenfonds wordt nog belangrijker omdat er een nieuw pensioenstelsel van kracht wordt, aldus Nijman.

Stel: het pensioenfonds waar je nu zit, heeft een dekkingsgraad van 100 procent en je kunt naar eentje met een dekkingsgraad van 110 procent. Bij de overgang naar het nieuwe stelsel, krijg je veel meer kapitaal bij het nieuwe fonds, 10 procent meer, in lijn met de hogere dekkingsgraad. In het oude stelsel krijg je bij het nieuwe pensioenfonds het kapitaal dat in lijn is met een dekkingsgraad van je oude pensioenfonds, 100 procent.

Door deze toekomstige wijziging heeft het nog meer zin om goed je opties te bekijken. De wetsvoorstellen voor het nieuwe pensioenstelsel liggen momenteel bij de Tweede Kamer.

Voorwaarden pensioen

Behalve de financiële positie van het pensioenfonds moet je ook goed kijken naar de voorwaarden van je pensioen. Je moet uitzoeken hoeveel pensioen je krijgt bij het nieuwe pensioenfonds en hoeveel je nabestaanden krijgen, in het geval dat jij er niet meer bent.

Pensioenleeftijd

Een van de voorwaarden die per pensioenfonds verschilt, betreft de afspraken over vervroegd pensioen opnemen.

De AOW-leeftijd stijgt in 2024 tot 67 jaar. Maar stel dat je drie jaar eerder, dus op je 64ste, met pensioen wilt. Staat je pensioenfonds dat toe en welke voorwaarden zijn daaraan gekoppeld?

Vaak moet je enkele procenten van je opgebouwde pensioen opgeven om vervroegd te stoppen met werken en van je oude dag te kunnen genieten.

Maar bij sommige pensioenfondsen is vervroegd pensioen überhaupt niet mogelijk. Kijk daarom goed wat voor jou zou gelden in de oude en de nieuwe situatie.

Eenvoud

Naast financiële overwegingen kiezen veel mensen voor een waardeoverdracht om een overzicht te houden op hun pensioenzaken.

Nijman: "Stel je werkt een poosje hier en een poosje daar en zo bouw je pensioen op bij meerdere pensioenfondsen. Dan verlies je het overzicht. Als de voorwaarden identiek zijn en je een overzichtelijk pensioen bij één partij hebt, is dat wel zo makkelijk."

Duurzaam beleggen

Misschien maak je je zorgen om het planeet of ben je gewoon overtuigd dat duurzaam beleggen er nu eenmaal bij hoort. In dat geval moet je uitzoeken wat het beleggingsbeleid van een pensioenfonds is en of daar speciaal aandacht besteed wordt aan duurzaamheid.

Dat is bij de meeste pensioenfondsen het geval. Toch gaat niet elk fonds daar even diep op in. Kijk daarom in hoeverre een pensioenfonds in zijn beleggingsbeleid rekening houdt met duurzaamheid en of het fonds harde doelstellingen heeft. Dat zouden signalen zijn dat je nieuwe pensioenfonds duurzaam beleggen serieus neemt.

Grootte van je pensioen

De grootte van je pensioen is belangrijk om de volgende reden: kleine pensioenen hoef je niet zelf over te hevelen naar een nieuw pensioenfonds. Daar is de automatische waardeoverdracht van toepassing.

Een klein pensioen bedroeg in 2021 maximaal 503,24 euro per jaar. Bovendien als je een heel klein pensioen hebt (maximaal 2 euro bruto per jaar), zal dat gewoon vervallen.

De wet voor automatische waardeoverdracht kleine pensioenen is recentelijk in werking getreden. Daarom geldt dit voor alle aanspraken die op of na 1 januari 2018 zijn ontstaan.

Hoewel de automatische waardeoverdracht vanzelf moet gebeuren, is het toch goed om bij het pensioenfonds waar je vertrekt na te gaan of dat inderdaad zo is, of dat je nog het een en ander zelf moet regelen.

Datum baanwisseling

Tot slot: het moment waarop je van baan bent gewisseld kan de mogelijkheden voor waardeoverdracht beïnvloeden. Vóór 1 januari 2015 was de regel dat je een verzoek tot waardeoverdracht binnen zes maanden na je baanwisseling moest doen. 

Ben je vóór 2015 van baan gewisseld en wil je nu nog steeds een waardeoverdracht doen? Dan is het oude pensioenfonds niet verplicht met je verzoek mee te gaan. 

Lees meer over pensioen: